Als er sprake is van een conductief/geleidings-gehoorverlies, vindt er geen correcte overdracht plaats van geluiden buitenaf naar het slakkenhuis toe. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door een prop in de gehoorgang die ervoor zorgt dat geluiden het trommelvlies niet kunnen bereiken. Een conductief of geleidingsverlies kan ook ontstaan door bijvoorbeeld een gaatje in het trommelvlies, of verkalking van de gehoorbeenketen (hamer, aambeeld, stijgbeugel.) Ook constant terugkerende oorontstekingen kunnen zorgen voor een conductief gehoorverlies.
Kort gezegd, het slakkenhuis en de gehoorzenuw liggen klaar voor het verwerken van prikkels, maar deze komen niet (goed) aan.
In enkele gevallen kan een conductief gehoorverlies van tijdelijke aard zijn, met medicijnen bestreden worden of via een operatie verholpen worden. In de meeste gevallen wordt een conductief gehoorverlies tegenwoordig gecompenseerd met hoortoestellen. Tijdens uw gesprek met de audicien wordt er samen met u gekeken naar wat de meest wenselijke oplossing is in uw situatie.
Mocht het gehoorverlies zeer ernstige vormen aannemen, of kan er vanwege constant terugkerende ontstekingen niets in het oor geplaatst worden? Dan kan er in overleg met uw KNO-arts wellicht gekozen worden voor een BCD, een Bone Conduction Device. Hierbij worden trillingen niet via de gehoorgang maar via het bot doorgegeven aan uw slakkenhuis. De audicien kan u hier meer informatie over geven.